Het oranjetipje

Begin april kunt u het oranjetipje al zien vliegen. Maar let op, het mannetje en het vrouwtje van deze kleine vlinder zijn niet precies hetzelfde! Het mannetje is wit met een oranje vlek aan het uiteinde van zijn vleugels. Het vrouwtje is wit en lijkt op een groot koolwitje, alleen haar lijfje is donkerder. Ik wil u iets vertellen over de levenscyclus van het oranjetipje en de bijzondere manier van overleven.
Eind maart, begin april komen de jonge vlinders uit hun pop en hun enige taak is dat ze zich voortplanten. Wanneer het vrouwtje is bevrucht, gaat zij op zoek naar haar waardplant. Een waardplant is een plant waar vlinders hun eieren op afzetten. Sommige soorten vlinders zijn zeer kieskeurig.
Het oranjetipje heeft twee soorten waardplanten. Look-zonder-look, deze vindt u aan de bosrand, en de pinksterbloem, deze staat in het gras. Elke bloem krijgt een eitje. Een tweede eitje erbij leggen kan niet, want dan zou deze worden opgegeten door de rups die uit het eerste ei komt. De vrouwtjesvlinders inspecteren dus elke bloem. De bloemen moeten ook dicht bij struiken of bosschages staan. Er vallen dus heel wat bloemen af.

Als het gelukt is komt het eitje uit en eet de rups zich een weg naar het vruchtbeginsel en eet daar van de zaden. Na vier keer vervellen is de rups volgroeid. Hij laat zich op de grond vallen, kruipt naar de bosschages, verpopt zich en blijft daar tot de volgende lente. De rups moet naar de bosschages toe, want in het gras worden ze vertrapt of opgegeten.

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl