Eten uit je eigen bloementuin

In Willemsteins eigen levende tuin, die van Wouter nu, hebben we een eetbare bloementuin. Er staan aardperen, deze vallen onder de vergeten groenten.

Ik heb ze gerooid en de knollen heeft Sjaak opgegeten (deze waren nog van hem). De kleine knollen heb ik in een kuip gezet, want ze kunnen goed woekeren. Handige tip voor als je een kleine tuin hebt.

Verder staan er appels en perenbomen tussen de eetbare bloemen. Dit jaar was de oogst goed en hebben we regelmatig een appelje kunnen eten uit de tuin. Ook de kapucijners, snijbiet en radijs, die tussen de bloemen gezaaid waren, hebben we kunnen oogsten.

Van de andere groenten die gezaaid of geplant zijn, hebben we helaas niet veel gezien. Waarschijnlijk opgegeten door het bodemleven of slecht ontkiemd. Ook de paddenstoelpluggen in een dode boomstam hebben hun best gedaan maar ‘paddenstoelen’. Nee hoor. Niet alles werkt, het blijft een zaak van uitproberen. Belangrijk blijft echter wel dat er een andere plant op die plek groeit, zodat er geen ruimte ontstaat voor ongewenste kruiden.

Er zijn ook inheemse (wilde) planten die je kan eten en in je tuin kan zetten, zoals roomse kervel. Bijna alles kan je eten van deze plant: stengel, blad en zelfs de zaden. De hele plant ruikt naar anijs en als je geen anijs lust, kan je het als boenwas voor je meubilair gebruiken.

Verwar roomse kevel niet met dollekervel, deze lijkt erop en is licht giftig. Als de koeien ervan eten, dan lopen ze waggelend de polonaise in de wei.

En heb je weleens wilde peen gegeten, de voorloper van de wortel? Ze is wit, smaakt heel lekker en is ongelooflijk taai, misschien iets voor in de soep. Een andere inheemse soort die je veel in de bermen ziet is de gewone berenklauw. Als je niets meer te doen hebt en besluit om witbier te gaan maken gebruik dan de zaden van deze plant. Je zult versteld staan van de smaak.

Wist u dat er ook een groot aantal gecultiveerde planten eetbaar zijn? Bijvoorbeeld:

  • Geranium macorrhizum of rotsooievaarsbek (bladeren en bloemen eetbaar)
  • Hemerocallis ‘Stella de Oro’ of daglelie (bloemen eetbaar)
  • Hieracium aurantiacum of oranje havikskruid (bloemen en bladeren eetbaar, de plant smaakt lichtbitter, de bloemen zijn milder dan bladeren)
  • Houttuynia cordata of moerasanemoon (bladeren en wortel eetbaar)
  • Lychnis coronaria of prikneus (bloemen eetbaar)
  • Lysimachia nummularia of penningkruid (bloemen eetbaar)
  • Matteuccia struthiopteris of struisvaren (blad eetbaar tot een maximale grootte van 5 cm, worden ze langer dan7 cm, smaken ze vaak bitter)
  • Persicaria bistorta of adderwortel (bladeren, zaden en wortelstokken eetbaar)Veel plezier met de eetbare planten uit uw eigen tuin!

    Groeten van Ben

    Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Bloesem

Bloesem in de bomen. Sinds het coronavirus rondwaart zie ik veel meer mensen fietsen wandelen, skeeleren en zo meer. Mensen gaan nu zelfs vogelspotten. Wist u dat een cursus vogelspotten online te volgen is? Als je toch een van deze dingen buiten aan het doen bent, kijk dan ook even naar de voorboden van de lente.

De bloesem van de bomen

Om de schoonheid van de bloesem goed te bekijken heb je een loep nodig.
Misschien heb je er al een, je kan er een lenen of je kan er een kopen. Hoe gebruik je een loep? Houd hem tussen duim en wijsvinger, houd je duim tegen je bovenkaak en nu beweeg je naar de bloem toe of ervan af, net zo lang tot je een scherp beeld hebt. Hoe helderder het licht, des te beter je de bloem kan zien.
Er gaat een wereld voor je open. Nou, wereld: ‘wereldje’
Als je verschillende soorten bomen zo hebt gedaan, dan zal je opvallen dat de bloemen er anders uitzien, tel bijvoorbeeld de meeldraden maar eens. Misschien ga je nu anders kijken naar de bloesem van de bomen, nu je deze korte cursus Kijken met de loep hebt gevolgd.
En ook met de bloesem bekijken denk erom: anderhalve meter afstand houden van elkaar, maar niet van de bloem, want dan zie je niks.

Groeten van Ben
Voor mooie en duurzame producten en een rijkere bloesem, gebruikt u Microferm. Dit product kunt u hier bestellen.

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Verre reizen

Ik ben net terug van vakantie. Een reisje naar Canada, ongeveer 6.500 kilometer vliegen. In Canada zag ik een beestje dat bijna net zo’n verre reis heeft gemaakt: van Canada naar Mexico, ongeveer 4.500 kilometer: de monarchvlinder. Herkenbaar aan een spanwijdte van 10 cm.

De monarchvlinder is een prachtige oranje vlinder. De felle kleuren laten zien dat hij giftig is. Dat komt doordat hij als rups van de giftige zijdeplant eet. Zelf heeft hij daar geen last van, maar vogels en andere lekkerbekken wel. Gelukkig weten ze dat felgekleurde dieren giftig zijn en ze laten ze dan ook met rust. Handig voor de vlinder op een verre reis!

Hoe maken monarchvlinders zo’n verre reis vol gevaren? Aan het einde van herfst beginnen zij aan de reis. Als je goed kijkt, zie je een verschil met andere vlinders: deze fladderen de hele tijd. De monarchvlinder fladdert even en maakt dan een glijvlucht om energie uit te sparen. Maar 4.500 kilometer is voor een vlinder wel erg veel. Dus zet de monarchvlinder eitjes af op zijdeplanten onderweg. De nieuwe generatie monarchvlinders vervolgt de reis. Dit gebeurt vier keer voor de vlinders op hun bestemming aankomen: Mexico. In Mexico zijn vijf kolonies van monarchvlinders bekend. Met miljoenen hangen zij aan één boom om te overwinteren.

Verbazingwekkend is dat een zomer-monarchvlinder tussen de twee en zes weken leeft, terwijl een winter-monarchvlinder wel acht maanden overleeft. In de lente beginne zij aan de reis terug. Ook dat gebeurt weer door meerdere generaties.

Als ik zo’n verre reis maak, neem ik een vliegtuig. Wel zo makkelijk en veel sneller. Eén nadeel is er wel, ik moet ook weer sneller aan het werk!

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Heempad in de herfst

Het eerste voorzichtige nachtvorstje is geweest. We gaan het Heempad in Gouda klaarmaken voor de winter. Misschien zitten er bij onze aanpak ook voor u interessante tips.

Allereerst bergen we de waterpomp op. Deze heeft overuren gedraaid om de vijvers op peil te houden deze zomer. Na de overvloedige regen in oktober is die niet meer nodig.

De bloemenweiden zijn voor de tweede keer dit jaar gemaaid en die hebben we extra goed afgeharkt om de bodem te verarmen. Dat laatste valt niet mee omdat de bodem gratis stikstof krijgt uit de lucht. Maar we doen ons best, want de plantjes die hier staan houden van schrale grond.

Het riet wordt afgemaaid en afgevoerd zodat we weer open vijvers hebben. De eenden werden ook weer zichtbaar! Dat is altijd een leuk gezicht.

De bladeren vallen van de bomen en mogen tussen de bomen op de grond blijven liggen. Zij zorgen voor bescherming van voorjaarsbolletjes en insecten. Op de kale grond mogen de bladeren wel blijven liggen. Stikstof is hier een kleiner probleem: de bomen en planten die hier groeien houden van meer stikstof dan de beplanting op de bloemenweiden.

De gemeente heeft ondertussen het fietspad opgeknapt. Het ziet er weer mooi uit en je kunt er lekker overheen scheuren… wat niet mag natuurlijk!

De vogelkastjes zijn nagekeken en er zaten 9 nestjes in, evenveel als vorig jaar. Wat we nog moeten doen is de bomen en struiken snoeien. En het hekwerk moet worden nagekeken en gerepareerd waar nodig.

Als dit alles is gedaan krijgen we een open zicht op het Heempad. Op dit moment is het beeld op het Heempad heel anders als in de zomer.

Natuurlijk proberen we ook de jeugd deel te laten uitmaken van al dit moois. De eerste schoolklassen zijn geweest. De kleintjes lopen een rondje, rapen wat blaadjes op terwijl de meester er wat over vertelt. De grotere kinderen krijgen al wat opdrachten mee. Wat hartstikke leuk is, natuurlijk.

We gaan langzaam richting de winter. Na een paar flinke nachtvorsten en een hele berg sneeuw ziet het Heempad er heel betoverend uit. Misschien zie ik u binnenkort op het Heempad, tot gauw!

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Wantsen

De meeste mensen zijn nu terug van vakantie. Wat heeft dat te maken met wantsen? Vraagt u zich misschien af… Daar kom ik zo op terug!

Een wants of een kever?
Een wants en een kever lijken veel op elkaar. Alleen is de wants vaak wat platter van vorm. Bij de kever zijn de vleugels onzichtbaar en bij wantsen zijn ze gedeeltelijk zichtbaar. Een wants heeft meestal een driehoekig schildje op zijn rug. Maar het grootste verschil is de mond: een kever heeft een mondje en een wants heeft een zuigsnuit. Wantsen zijn zuigende beestjes, ze steken overal hun snuit in.
In Nederland zijn maar liefst 600 soorten wantsen. Ze leven op het land, op en in water maar ook in huizen. Er zijn verschillende soorten wantsen.

De vegetariër
De groene schildwants zit op planten, steekt zijn snuit in de plant en zuigt de sappen op. Dit kleine diertje lijkt weerloos, maar bij gevaar laat hij een stinkende stof los die blaren kan veroorzaken. Vogels laten hem het liefst met rust.

De vleeseter
De schaatsenrijder is bij sommige mensen ook wel bekend als een vleesetende wants. Deze wants heeft zes poten. Vier grote poten met haren zodat ze over het water kunnen schaatsen. En met de twee kleine pootjes grijpt ze haar prooi en zuigt deze leeg. Er zijn ook roofwantsen op het land. Die worden zelfs ingezet voor gewasbescherming. Zeer belangrijke insecten dus.

De vampier
Dit zijn bedwantsen, zij komen in de nacht tevoorschijn en met hun zuigsnuit drinken zij bloed van mens en dier. Overdag verstoppen zij zich in kieren en gaten, waar je ze nooit kunt vinden. In Nederland brengen de bedwantsen waarschijnlijk geen ziektes over, wel stress. En nu kom ik terug op de connectie tussen wantsen en vakantie: je kunt bedwantsen meenemen vanuit je hotelkamer, in je koffer, naar je eigen schone huis.

Ik hoop dat jullie een fijne vakantie hebben gehad! Ik ga binnenkort!

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Het oranjetipje

Begin april kunt u het oranjetipje al zien vliegen. Maar let op, het mannetje en het vrouwtje van deze kleine vlinder zijn niet precies hetzelfde! Het mannetje is wit met een oranje vlek aan het uiteinde van zijn vleugels. Het vrouwtje is wit en lijkt op een groot koolwitje, alleen haar lijfje is donkerder. Ik wil u iets vertellen over de levenscyclus van het oranjetipje en de bijzondere manier van overleven.
Eind maart, begin april komen de jonge vlinders uit hun pop en hun enige taak is dat ze zich voortplanten. Wanneer het vrouwtje is bevrucht, gaat zij op zoek naar haar waardplant. Een waardplant is een plant waar vlinders hun eieren op afzetten. Sommige soorten vlinders zijn zeer kieskeurig.
Het oranjetipje heeft twee soorten waardplanten. Look-zonder-look, deze vindt u aan de bosrand, en de pinksterbloem, deze staat in het gras. Elke bloem krijgt een eitje. Een tweede eitje erbij leggen kan niet, want dan zou deze worden opgegeten door de rups die uit het eerste ei komt. De vrouwtjesvlinders inspecteren dus elke bloem. De bloemen moeten ook dicht bij struiken of bosschages staan. Er vallen dus heel wat bloemen af.

Als het gelukt is komt het eitje uit en eet de rups zich een weg naar het vruchtbeginsel en eet daar van de zaden. Na vier keer vervellen is de rups volgroeid. Hij laat zich op de grond vallen, kruipt naar de bosschages, verpopt zich en blijft daar tot de volgende lente. De rups moet naar de bosschages toe, want in het gras worden ze vertrapt of opgegeten.

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Zijn motten nachtvlinders of nachtmerries?

Er zijn diverse struiken en bomen die kaalgevreten worden door rupsen. Dit gebeurt door de rupsen van de stippelmot, ook wel spinselmot genaamd. Het is een wit nachtvlindertje met zwarte stippen. De struik zit dan vol met spinsel waar de vraatzuchtige rups in zit.

De mot is 1 cm groot, met een spanwijdte van 2,4 cm. Ze zijn voornamelijk ’s nachts actief. In de nacht is er geen zon en zij warmen zich op door met hun vleugels te trillen. Het vrouwtje lokt de mannetjes met feromonen (geurstoffen) want in de nacht zie je niet zoveel.

Hoe ziet de cyclus van de stippel (spinsel) mot er eigenlijk uit? Eind juli en begin augustus leggen de motten 50 eitjes in een eipakket met gekleurd slijm, dat op schors lijkt. Stippelmotten gaan altijd terug naar hun eigen boom of struik. Dit heeft te maken met de geur van de boom. Dus de buurman de schuld geven dat de motten uit zijn tuin komen, gaat hier niet op!

In mei komen de rupsen uit de eitjes. En ze zijn bijzonder vraatzuchtig. Als ze bezig zijn, verandert je struik of boom in een wit web waar geen blad meer onder zit. In juni verpoppen ze zich en verbergen ze zich in de spinselnesten op de kale takjes. Eind juli begin augustus komen de vlinders uit en begint de cyclus opnieuw. De struik komt gelukkig weer vol in blad, alsof er niets is gebeurd.

Er zijn verschillende soorten spinselmotten waaronder de kardinaalsspinselmot, appel-, peer- en wilgenspinselmot. De rupsen van deze laatste mot pakken het weer even anders aan: zij eten geen blad maar hout. Deze rups kan wel 15 cm groot worden.

Sommige mensen houden van bestrijden. De struik moet er altijd mooi uit zien, vinden zij. Dat is de aard van het beestje (mensje) denk ik. Maar ik heb een paar tips om in uw eigen levende tuin niet met chemische middelen in de weer te hoeven gaan:

  • Zorg voor een bijenhotel. Sluipwespen maken hier ook gebruik van en zij leggen hun eitjes in de rupsen.
  • Zorg voor een vogelhuisje, jonge vogeltjes eten veel rupsen.
  • Spinsel waar de rups in zit wegknippen, zou ik niet doen. Daar krijg je een nachtmerrie van! Laat de sluipwespen en vogeltjes dat maar doen, zij zijn er beter in!

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Onkruidbestrijding

We krijgen vaak van klanten de vraag: onkruid bestrijden op een veilige manier, is dat mogelijk? Natuurlijk! Daar hebben wij hier een paar handige tips voor:

Onkruid tussen de bestrating
Wanneer u ongewenst kruiden tussen de bestrating heeft, betekent het vaak dat de bestrating op die plek weinig wordt gebruikt. U kunt overwegen de tegels of steentjes daar te verwijderen en te kiezen voor beplanting of een halve verharding.
Wanneer u toch liever de bestrating laat liggen kunt u de voegen invegen met olivijnzand of fijn grind. Dit CO2-bindende zand en grind gaat onkruid tegen en levert een goede afwatering op.
Regelmatig vegen van de bestrating helpt ook: u veegt de onkruidzaden weg voordat ze kunnen kiemen.
Branden van bestrating is een andere mogelijkheid, dit is wel een tijdrovend werkje en het moet steeds twee keer achter elkaar gedaan worden. Pas dan wel op met dorre bladeren en een coniferenhaag!

Onkruid tussen de beplanting
Wanneer u onkruid tussen de beplanting heeft, is de kans groot dat u veel zwarte aarde tussen de beplanting aantreft. Plant die zwarte aarde in met bijvoorbeeld een bodembedekker en het onkruid zal minder gauw kans zien te wortelen op die plek. Een tuin goed inplanten is dus van groot belang om ongewenste begroeiing tegen te gaan.
U kunt ook overwegen met de natuur mee te tuinieren. Sommige onkruiden hebben een grote sierwaarde. Dan is het wel van belang dat u deze planten afknipt of verwijdert voor ze hun zaad gaan rondstrooien.
Niet schoffelen maar wieden. Wanneer u schoffelt, smeert u de bodem dicht en onkruiden zijn dol op een harde bodem. Het zijn niet voor niets pioniersplanten, die snel op komen op een stukje verwaarloosde bouwgrond of platgereden berm.

Bent u op zoek naar olivijnzand of grind, kijk dan hier. Wilt u meer informatie over tuinonderhoud, neem dan een kijkje op onze pagina over onderhoud

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

Eerste hulp bij buxusmot

De buxusmot houdt sinds een paar jaar flink huis in Nederland. Veel tuineigenaren zien hun buxus veranderen van mooie groene heesters in dorre, gele struiken. En dat hebben de buxusrupsen op hun geweten. Natuurlijk kunt u de rupsen bestrijden met gif, maar ondertussen hebben we ook allemaal de beelden gezien van dode koolmeesjongen in nestkastjes. Vergiftigd door het gif dat de buxusrups eerst om het leven heeft gebracht. Gif is dus niet de oplossing. Wat dan wel?

Het leven van de buxusmot
Om de buxusmot en zijn rupsen te bestrijden moet u eerst meer weten over de buxusmot zelf. De buxusmot is een mooi wit met bruin motje dat ongeveer 8 dagen leeft. In die dagen leggen de vrouwtjes zo’n 500 eitjes. De jonge rupsjes zijn goed herkenbaar aan hun felgroene kleur met zwarte kop. Na een maand verpoppen de rupsen zich en na 14 dagen komt er weer een nieuwe generatie buxusmotten ter wereld. U vindt het spinsel nog terug in de aangetaste planten.
De rupsen overwinteren in buxusstruiken. In het voorjaar komen ze uit hun gesponnen schuilplaats om zich vol te eten. De jonge rupsen eten het bladmoes van de buxus, maar lusten ook bladmoes van de bladeren van de zwarte moerbei.

De buxus is een sterke heester en herstelt zichzelf. Na zo’n week of 8 kan een struik weer uitlopen. Maar omdat de buxusmot zich steeds blijft voortplanten is dit herstel maar van korte duur. Nieuwe rupsen zullen de nieuw uitgelopen buxus vinden en er weer van eten. Uiteindelijk zal de buxus door uitputting zijn strijd opgeven.

Wat kunt u doen om de rupsen en de motten te bestrijden?
U kunt feromoonvallen ophangen. De lokstof die hierin zit, lokt voornamelijk mannelijke motten. Maar de vallen dienen voornamelijk als monitoring en zijn niet afdoende voor bestrijding.
Ondertussen beginnen natuurlijke vijanden de rups te kennen, vogels zetten ze steeds vaker op het menu. Dat maakt het extra belangrijk om de rupsen niet te bestrijden met vergif. Vogels kunnen in de losse buxusheesters hun buik vol eten. De rupsen in strak geschoren buxushagen en -bollen zijn voor de vogels minder goed te bereiken. Probeer dus uw buxushagen en -bollen zo te snoeien dat er een natuurlijke vorm ontstaat waarin vogels hun werk kunnen doen.
Verder is het handmatig verwijderen van de rupsen nog een optie, maar wel een tijdrovende!
Probeer de buxusmotrupsen liever niet te bestrijden met zogenaamde biologische middelen: er is niet voldoende bewezen dat andere dieren hier geen schade van ondervinden.
Voorlopig is het verwijderen van aangetaste buxus nog de beste optie. Vervang de wintergroene buxus door, bijvoorbeeld, Ilex crenata of Lonicera. Of door een vogelvriendelijke heester of bloeiende vaste planten. Dat is beter voor de biodiversiteit en het ziet er een stuk vrolijker uit dan een wintergroene buxus.

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl

De seizoenen in het Heempad in Gouda

Willemstein Hoveniers beheert en onderhoudt het Heempad aan de Bloemendaalseweg in Gouda. Twee dagen in de week verricht ik (Ben) beheerswerkzaamheden in dit natuurpareltje en over het beheer wil ik u meer vertellen. Dit keer zal ik u meenemen door de seizoenen op het Heempad.

Te beginnen met de winter. Dit is het seizoen waarin het bosplantsoen gesnoeid wordt. De meeste takken verdwijnen op een van de takkenrillen. Daar zijn er vijf van op het Heempad.

Wat is nu een takkenril?
Vroeger snoeiden boeren ook hun bomen en struiken en wat ze niet meer konden gebruiken ging op een takkenril: opgestapelde takken dus. Deze takkenrillen deden dienst als landafscheiding of als veekering. De takkenril is langzaam vervangen door prikkeldraad. Tegenwoordig heeft de takkenril een andere functie gekregen, namelijk als schuilplaats voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. Het winterkoninkje broedt er bijvoorbeeld erg graag in.

In het voorjaar komen de bollen tevoorschijn op het Heempad. Enkele voorbeelden van deze voorjaarsplanten zijn: boerenkrokus, voorjaarshelmbloem, daslook, wilde narcis, sneeuwklokje en lenteklokje.
We noemen deze groep planten Stinsenplanten. Stinsen is een Fries woord voor stenen huis. De vroegere rijke kooplieden brachten deze bolgewassen mee van hun reizen en plantten ze in hun eigen tuinen. Vanuit deze tuinen zijn ze verwilderd.
Deze planten zijn vanaf het Heempad goed zien en te fotograferen. Maar blijf op de paden en pluk geen bloemen. Dan heeft iedereen plezier van de stinsenplanten… en blijft er ook iets te beheren over voor mij!

Groeten van Ben

Vragen? U kunt reageren via communicatie@willemsteinhoveniers.nl