Beplanting

Vaste planten, heesters, bomen en bollen vormen de basis voor een levende tuin. Vogel- en insectvriendelijke beplanting biedt voldoende voedsel aan vlinders, vogels en andere dieren, waardoor zij uw tuin steeds vaker zullen opzoeken. Daarnaast helpen water en stapelmuurtjes (schuilplaatsen) natuurlijk ook om meer leven in uw tuin te krijgen. Bloembollen spelen ook een belangrijke rol in een tuin. Wij geven u handige tips.

Vlindervriendelijke beplanting

Vlinders leven van nectar. Nectar bestaat uit suiker, wat eiwitten en vitamines. Wilt u graag (meer) vlinders in uw tuin? Kies dan dus voor beplanting met bloemen vol nectar. Als u daarbij zowel voorjaars-, zomer- als herfstbloeiers plant, dan biedt u alle vlinders voldoende voedingsstoffen. Het hele jaar door.

Voorjaarsbloemen met nectar

  1. Kruipende zenegroen (Ajuga reptans)
  2. Judaspenning Lunaria)
  3. Helmbloem (Corydalis)
Vlindervriendelijke beplanting

Zomerbloeiers met nectar

  1. Guldenroede (Solidago)
  2. Zonnehoed (Echinacea)
  3. Koninginnekruid (Euptorium)

Herfstbloeiers met nectar

  1. Hemelsleutel (Sedum spectabile)
  2. Herfstaster (Aster novi-belgii)
  3. Blauwe knoop (Succisa pratensis)

Wist u dat…

Over het algemeen trekken vlinders naar bloemen met de kleur geel en paars, ze kunnen namelijk kleuren onderscheiden!

Vergeet ook de nachtvlinders niet! Zij komen af op bloemen die in de avond sterk gaan geuren.

  1. Teunisbloem (Oenothera)
  2. Phlox
  3. Zeepkruid (Saponaria)

Waardplanten

Bloemen met nectar zorgen voor voeding van vlinders, maar diezelfde vlinders moeten zich ook voortplanten. Daarvoor hebben ze specifieke planten nodig, die we ‘waardplanten’ noemen. Elke vlindersoort heeft zijn eigen waardplant(en). Ze zetten hun eitjes daarop af en de plant biedt voeding voor de rupsjes om zich vol te eten.

Zo wordt de grote brandnetel bezocht door de Atalanta, het Landkaartje en de Kleine vos. Het Oranjetipje heeft voorkeur voor de pinksterbloem en look zonder Look, het Boomblauwtje legt haar eitjes in de klimop. De Koninginnenpage kiest het liefst voor de wilde peen en het koolwitje kiest kool of Oost-Indische kers. En de Kleine vuurvlinder legt haar eitjes op de zuring, terwijl de Distelvlinder… dat heeft u vast al geraden!

Ruim dus als het even kan ook een plekje in voor waardplanten in uw vlindervriendelijke tuin.

Vogelvriendelijke beplanting

Ieder jaar vindt in januari de Nationale Vogeltelling plaats op initiatief van de Nederlandse Vogelbescherming. Met veel plezier tellen veel mensen een halfuur lang de vogels die zij in hun tuin zien. Wanneer u zelf eens een halfuurtje naar uw tuin en de vogels kijkt, zal het u opvallen hoeveel soorten er in uw tuin op zoek zijn naar voedsel, water of een overnachtingsplek.

Of ziet u juist dat er bijna geen vogels in uw tuin komen? Vogels houden van bessen, insecten en verstopplekjes. Als u dat in uw achterhoofd houdt, is het helemaal niet zo moeilijk om uw tuin vogelvriendelijk tuin in te richten. De volgende beplantingstips gaan u daarbij helpen. Misschien komt u dan bij de volgende vogeltelling wel ogen tekort.

Vogelvriendelijke heesters

Vogelvriendelijke bloeiende planten

  1. Kogeldistel (Echinops) trekt veel insecten met mooie blauwe kogelbloemen. Maar denk ook eens aan maagdenpalm (goede bodembedekker), herfstaster(trekt in het najaar nog insecten) en grassen (leveren zaden uit hun aren in de winter).
  2. Koninginnenkruid (Eupatorium) trekt veel insecten en levert zaden in het najaar. Het is een mooie hoge plant met leverkleurige bloemschermen. Andere iets hogere bloeiende beplanting: guldenroede en vingerhoedskruid.
  3. Een- en tweejarige planten lokken veel insecten en hierdoor ook vogels. Denk aan kaardenbol, zonnebloem, keizerskaars en koolzaad. Al deze bloeiende planten geven in het najaar zaden, waar de vogels ook weer op afkomen.

Vogelvriendelijke heesters

  1. Groene hagen, zoals liguster, hulst (Ilex) en taxus, dragen bessen en bieden veilige plekjes voor vogels om te nestelen.
  2. Klimop (Hedera) biedt veel verstopplekken voor vogels. De bloemen trekken veel insecten aan (en daarmee vogels) en leveren in de herfst en winter zwarte bessen.
  3. Vuurdoorn (Pyracantha) draagt bessen in de herfst, heeft doorn en is vaak een dichte bosschage. De ideale verstopplaats voor vogels.

Vogelvriendelijke (middelgrote) bomen

  1. Meidoorn (Craetegus) biedt vogels veilige verstopplekken doordat er doornen aan de takken zitten en levert in het najaar bessen.
  2. De bloesem van het krentenboompje (Amelanchier) trekt insecten aan en na een mooie bloesemperiode zit het boompje vol kleine krentjes voor de vogels.
  3. Meel- en lijsterbes leveren veel vruchten waar de vogels dol op zijn.

Nog een paar tips

Denk eens aan wintergroene heesters en hagen in plaats van een schutting. Ze geven u schaduw in de zomer, bieden de vogels slaapplaatsen en bescherming tegen de koude wind.

Een waterplaats in de tuin is een echte aanwinst voor het leven in uw tuin. Zowel insecten als vogels bezoeken een waterschaal, wadi of kleine vijver.

Bloembollen in de tuin

Wat u met vaste planten kunt bereiken, kan met bloembollen ook: het hele jaar kleur in uw tuin. En ook voorjaarsbollen trekken bijen, hommels en vlinders aan. Met deze tips kunt u meteen aan de slag.

Bodem

Net als bij vaste planten, is het belangrijk te letten op de bodem van uw tuin. De meeste bollen houden niet van natte voeten, dus een goede waterafvoer is van belang. Bollen die wel graag wat natter staan zijn kievietsbloem en Leucojum (lenteklokje en zomerklokje). Op zandgrond, waar het regenwater snel wegzakt, hebben veel bollen weer moeite om te wortelen. Veengrond is niet de beste basis voor tulpen en sieruien (Allium), die hebben het daar niet naar hun zin.

Aanplant

Als u uw bloembollen tijdig plant, zijn ze voldoende geworteld voordat de winter aanbreekt. Eind september plant u vroegbloeiende bolletjes zoals sneeuwklokjes en krokussen. Vanaf half oktober kunt u de rest planten: narcissen, tulpen en Allium.

Wanneer u de bollen in de grond stopt, is de juiste diepte van belang. De regel is een plantgat van tweemaal de hoogte van de bol.  Cyclamen, dahlia en Cosmos willen alleen een dun laagje aarde op hun bol.

Na de bloei

Als de bloem is afgestorven kunt u het blad het best nog even laten zitten. Het blad zorgt ervoor dat de bol weer nieuwe energie kan opslaan voor de bloei van het volgende jaar. Uitzondering op deze regel is de sierui (Allium). Hierbij kunt het gele blad wel weghalen. Bollen als sneeuwklokjes en narcissen kunt u na de bloei delen. Dit kunt u het best in juni doen. Bewaar de gedeelde bollen daarna op een koele plek, tot aanplant in oktober.

Wist u dat….

het mogelijk is om op één vierkante meter bollen te planten die samen zorgen voor zesenhalve week kleurrijke bloei? Plant de laatbloeiende bollen (zoals tulp) op zo’n 20 cm diepte, daarboven op wat aarde. Op 10 cm diepte plant u hyacinten en vroeger bloeiende tulpen. Wederom een laagje aarde. Op 5 cm diepte plant u Chionodoxa, krokus en narcis. Deze bovenste laag bloeit het eerst.

Veel succes met het vogel- en vlindervriendelijk maken van uw levende tuin!

Heeft u nog vragen kom gerust eens langs. Willemstein Hoveniers geeft u graag een advies op maat! Bel nu voor een afspraak. Ons nummer is 0182-618455.